"Martin richtte zich op een andere collega en lachde. "Of misschien sommige tovenaars wel, als ik naar Edwin kijk!" Dat was de druppel. Edwin draaide zich snel op - hij was altijd al een behendige jongen geweest - en drukte zijn toverstok tegen de keel van de andere man. "Nog één woord," gromde hij. "En je wou dat je een dreuzel was en mij nooit had ontmoet!" Martin hief zijn handen in de lucht. "Hohoho," lachde hij. "Het was maar een grapje, zeg. Kalm aan." Edwin drukte zijn toverstok steviger tegen de keel van Martin. Hij zag angst in Martins ogen. "Als het een grapje was, waarom zet je dan niet wat meer ketels op het vuur, zodat we ook antigif over hebben voor dreuzels?" Met een ruk trok Edwin zijn toverstok weer terug en richtte zich weer op zijn ketels."